Gecoördineerde wet van 14-7-1994
Résumé: Numac tekst: 1994071451 - p. 21524
De hierna vermelde artikelen kan u terugvinden in de tabel met bijlagen die zich onder de inhoudstafel bevindt:
artikel 13/2
artikels 25octies-1 tot 25octies-2
artikel 25quater-1
artikel 25septies
artikel 35quater-1
artikel 35septies
artiekl 35septies/1 tot 6
artikel 37vicies-1
artikel 110/1 tot 110/2
artikels 116-1 tot 116-6
artikel 150/1
artikel 165-1
artilel191, 15°novies, 31°
Note: Met volledige historiek.
Tekst bijgewerkt tot: B.S. 31-10-2023 - Numac: 2023046173
Afdeling V. - De beslissingen van de Leidend ambtenaar van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle en de beslissingen van de administratieve rechtscolleges ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle
Art. 156.
§ 1. De beslissingen van de Leidend ambtenaar van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle of van de door hem aangewezen ambtenaar, zoals bedoeld in artikel 143, de beslissingen van de Kamers van eerste aanleg zoals bedoeld in artikel 142, en de beslissingen van de Kamers van beroep, zoals bedoeld in artikelen 142 en 155, zijn van rechtswege uitvoerbaar bij voorraad niettegenstaande beroep. [Betalingstermijnen kunnen enkel worden toegestaan op een met redenen omklede aanvraag en gestaafd door alle nuttige bewijsstukken die moeten toelaten de gegrondheid te beoordelen.]
[De verschuldigde sommen worden binnen de dertig dagen volgend op de kennisgeving van de in het eerste lid bedoelde beslissingen betaald. Bij gebrek aan betaling binnen die termijn, brengen de nog verschuldigde sommen van rechtswege interesten op tegen de wettelijke rentevoet in sociale zaken zoals voorzien in artikel 2, § 3, van de wet van 5 mei 1865 betreffende de lening, te rekenen vanaf het verstrijken van die termijn.]
Ingeval de schuldenaar in gebreke blijft, kunnen de verzekeringsinstellingen in toepassing van artikel 206bis, § 1, of de Algemene Administratie van [de inning en de invordering] in toepassing van artikel 206bis, § 2 worden belast met de invordering van de verschuldigde bedragen.
§ 2. In de kennisgeving van de beslissing van de Kamers van eerste aanleg wordt vermeld dat op straffe van niet ontvankelijkheid binnen de maand, te rekenen vanaf de kennisgeving van de beslissing, beroep kan worden ingesteld bij de Kamers van beroep. [De termijn loopt vanaf de eerste werkdag die volgt op deze waarop de aangetekende zending met ontvangstbewijs werd aangeboden in de woonplaats van de bestemmeling of, in voorkomend geval, in zijn verblijfplaats, of in zijn gekozen woonplaats.] Het beroep schort de uitvoering van de beslissing niet op. De kennisgeving herneemt de dienstige bepalingen van het Procedurereglement.
[In de kennisgeving van de beslissing van de Kamers van beroep wordt vermeld dat op straffe van niet ontvankelijkheid, een administratief cassatieberoep kan worden ingesteld bij de Raad van State, afdeling bestuursrechtspraak, binnen de termijn bepaald in artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit van 30 november 2006 tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State.] Het beroep schort de uitvoering van de beslissing niet op. De kennisgeving meldt eveneens dat het administratief kortgeding bij de Raad van State, zoals bedoeld in de artikelen 17 en volgende van de gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State, niet ontvankelijk is tegen beslissingen in betwiste zaken zoals bedoeld in artikel 14, § 2, van diezelfde wetten.
§ 3. In [de kennisgeving van] de beslissing van de Leidend ambtenaar van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle of van de door hem aangewezen ambtenaar, wordt vermeld dat op straffe van niet ontvankelijkheid, binnen de maand, te rekenen vanaf de kennisgeving van de beslissing, beroep kan worden ingesteld bij de Kamers van eerste aanleg. [De termijn loopt vanaf de eerste werkdag die volgt op deze waarop de aangetekende zending met ontvangstbewijs werd aangeboden in de woonplaats van de bestemmeling of, in voorkomend geval, in zijn verblijfplaats, of in zijn gekozen woonplaats.] De kennisgeving herneemt de dienstige bepalingen van het Procedurereglement.
§ 4. [Wanneer de kennisgeving bedoeld in §§ 2 en 3 wordt uitgevoerd door middel van de elektronische diensten bedoeld in artikel 146quater, begint de beroepstermijn te lopen op de eerste werkdag die volgt na de verzending van de e-mail waarin de bestemmeling wordt meegedeeld dat de beslissing via de elektronische diensten bedoeld in artikel 146quater kan worden geraadpleegd.]
Art. 157.
§ 1. De Leidend ambtenaar [of de door hem aangewezen ambtenaar], de Kamer van eerste aanleg of de Kamer van beroep, kan beslissen dat het uitstel geheel of gedeeltelijk wordt toegestaan bij de uitvoering van de beslissingen waarmee een administratieve geldboete wordt opgelegd, bedoeld in artikel 142.
Het uitstel kan toegestaan worden gedurende één tot drie jaar, wanneer binnen de drie jaar voorafgaand aan de uitspraak, geen administratieve geldboete, noch een terugbetaling van ten onrechte aangerekende verstrekkingen aan de betrokkene werd opgelegd door een administratieve of jurisdictionele instantie, ingesteld binnen of bij het Instituut.
Het uitstel wordt van rechtswege herroepen wanneer de zorgverlener veroordeeld is vanwege een nieuwe inbreuk, bedoeld in artikel 73bis, gepleegd gedurende de proeftermijn.
§ 2. De stagemeester is verantwoordelijk voor de inbreuken die door de stagiair in het kader van zijn stageplan zijn gepleegd, in die mate dat deze inbreuken hem kunnen ten laste gelegd worden.
De zorgverlener die aan de oorsprong ligt van overbodige of onnodig dure verstrekkingen in de zin van artikel 73, § 2, of § 4, is hiervoor verantwoordelijk, net zoals de zorgverlener die het voorschrijven of het uitvoeren heeft voortgezet. Hij kan eveneens, al naargelang het geval, de sancties oplopen voorzien in artikel 142.
§ 3. De definitieve beslissingen van de Leidend ambtenaar of van de door hem aangewezen ambtenaar, de Kamers van eerste aanleg en van de Kamers van beroep, behalve in tuchtmaatregelen zoals bedoeld in artikel 155, worden [gepseudonimiseerd en] gepubliceerd op het internetnetadres van het RIZIV.
§ 4. Het totaal van de geldboetes en de terug te betalen bedragen wordt op de rekening van het Instituut gestort en zijn inkomsten van de verzekering voor geneeskundige verzorging. [De geldboetes en de terug te betalen bedragen genieten het voorrecht bedoeld in artikel 19, eerste lid, 4°, van de Hypotheekwet van 16 december 1851.]
Fichiers annexes