Koninklijk besluit 3-7-1996
Résumé: Numac tekst: 2020201668
De hierna vermelde bijlagen kan u terugvinden in de tabel met bijlagen die zich onder de inhoudstafel bevindt:
Verlag aan de Koning
Advies Raad van State
Bijlagen 2, 3 en aanvraag inschrijving GVU
Note: Met volledige historiek.
Tekst bijgewerkt tot: B.S. 30-10-2023 - Numac: 2023044911
Afdeling XIX.- Monetaire beschikkingen inzake cumulatie van uitkeringen met door het buitenland verschuldigde uitkeringen
Art. 244.
§ 1. Indien, bij toepassing van artikel 136, § 2, van de gecoördineerde wet en van de artikelen 230 en 235, het bedrag van de uitkering wegens arbeidsongeschiktheid kan worden gewijzigd omdat de rechthebbende een krachtens een buitenlandse wettelijke regeling toegekende uitkering geniet of een beroepsinkomen verkregen door de uitoefening van een door de adviserend [arts] toegelaten activiteit op het grondgebied van een ander land, wordt het bedrag van die uitkering of van dat inkomen voor de berekening van de uitkering wegens arbeidsongeschiktheid omgerekend in EUR tegen de gemiddelde maandkoers die door de Europese Centrale Bank is opgegeven.
De wisselkoersen die door de Europese Centrale Bank zijn opgegeven, worden door het Instituut bekendgemaakt vóór het begin van de eerste dag van het tijdvak waarover zij van toepassing is.
De referentieperiode is:
1° de maand januari voor de omrekeningskoersen die met ingang van 1 april daaropvolgend moeten worden toegepast;
2° de maand april voor de omrekeningskoersen die met ingang van 1 juli daaropvolgend moeten worden toegepast;
3° de maand juli voor de omrekeningskoersen die met ingang van 1 oktober daaropvolgend moeten worden toegepast;
4° de maand oktober voor de omrekeningskoersen die met ingang van 1 januari daaropvolgend moeten worden toegepast.
Bij de berekening van het bedrag van de uitkering moet de volgende wisselkoers in aanmerking worden genomen:
1° voor de toepassing van artikel 136, § 2, van de gecoördineerde wet en van artikel 235, de wisselkoers die gelding heeft over het tijdvak waarin de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid gelegen is of, in voorkomend geval, de datum van ingang van de buitenlandse uitkering indien deze na de aanvangsdatum van de arbeidsongeschiktheid is toegekend;
2° voor de toepassing van artikel 230 de wisselkoers die gelding heeft over het tijdvak waarin de datum van de arbeidshervatting gelegen is.
§ 2. Ingeval artikel 136, § 2, van de gecoördineerde wet of artikel 235 van toepassing zijn wordt de in § 1 bedoelde berekening herzien:
1° wanneer de wijze van vaststelling of de regels voor de berekening van de buitenlandse uitkering wijzigingen ondergaan of wanneer met toepassing van artikel 225 of artikel 226 de hoegrootheid van de uitkering wijzigt. Bij de herziening wordt de wisselkoers in aanmerking genomen die geldt over het tijdvak waarin bovenvermelde wijziging is opgetreden;
2° wanneer het bedrag van de omrekeningskoers met 10 pct. verandert ten overstaan van de omrekeningskoers die bij de eerste of een vorige berekening in aanmerking is genomen. De herziening geschiedt op verzoek van de rechthebbende en heeft uitwerking vanaf de eerste dag van het tijdvak waarin de wijziging van de wisselkoers met 10 pct. wordt bereikt.
Een aanvraag om herziening is niet ontvankelijk wanneer de uitkering wegens arbeidsongeschiktheid werd berekend met toepassing van de Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971, betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen.
§ 3. Ingeval artikel 230 van toepassing is wordt de in § 1 bedoelde berekening herzien wanneer het bedrag van het beroepsinkomen verandert ten overstaan van het bedrag dat bij de eerste of een vorige berekening in aanmerking werd genomen.
Bij de herziening wordt de wisselkoers in aanmerking genomen die geldt over het tijdvak waarin bovenvermelde wijziging is opgetreden.
Art. 245.
Wanneer de van een buitenlandse instelling ontvangen achterstallen, uitgedrukt of omgerekend in euro, het bedrag van de voorschotten of provisionele uitkeringen niet dekken, wordt het verschil niet teruggevorderd wanneer dit verschil te wijten is hetzij aan de wisselkoers die werd gebruikt om het bedrag van de door de buitenlandse instelling verschuldigde sommen te berekenen of aan de wisselkoers toepasselijk op het ogenblik van de storting van bovengenoemde achterstallen, hetzij aan de conjuncturele aanpassing van de uitkeringen.
Fichiers annexes