VI GENEESMIDDELEN IN VERBAND MET HET ADEMHALINGSSTELSEL
VI.0 farmaca die chloride-transport verbeteren bij mucoviscidose A-119
VI.1 Geneesmiddelen, gebruikt bij bronchospasmen, die tot de volgende groepen behoren:
VI.1.1 sympathicomimetica met een korte werkingsduur. B-96
VI.1.2 theofylline en derivaten ervan. B-97
VI.1.3 anticholinergica alleen of geassocieerd met een sympathicomimeticum. B-98
VI.1.4 corticosteroïden. B-99
VI.1.5 inhibitoren van het vrijkomen van de mediatoren ter hoogte van de mastcellen. B-100
VI.1.6 allergenen alleen of onderling gemengd, gebruikt als desensibiliserende middelen, die zijn geregistreerd door het Departement Volksgezondheid B-336
VI.1.7 sympathicomimetica met een lange werkingsduur. B-216
VI.1.8 antagonisten van de leukotrieënreceptoren. B-241
VI.1.9 sympathicomimetica met een lange werkingsduur, geassocieerd met een of meer corticosteroïden. B-245
VI.1.10 M3 selectieve anticholinergica met langdurige werking alleen of in associatie met sympathicomimetica met een lange werkingsduur B-267
VI.1.11 Geneesmiddelen, bestemd voor de behandeling van ernstige arteriële pulmonale hypertensie (APHT) A-70
VI.1.12 Monoclonale anti IgE bij allergisch astma B-280
VI.1.13 Geneesmiddelen voor interstitiële longfibrose A-105
VI.1.14 Geneesmiddelen bestemd voor de behandeling van chronische trombo-embolische pulmonale hypertensie. A-112
VI.1.15 Anti-IL5 bij ernstige allergische astma B-342
VI.1.16 Selectieve anticholinergica met lange werkingsduur geassocieerd met sympaticomimetica met lange werkingsduur en een inhalatiecorticosteroïde B-346
VI.1.17 Monoclonale antistoffen bij bovenste luchtwegaandoeningen B-365
VI.1.18 Anti-TSLP bij ernstig, ongecontroleerd astma B-381
VI.1.19 allergenen alleen of onderling gemengd, gebruikt als desensibiliserende middelen. C-12
VI.2 Mucolytica die tot de volgende groepen behoren:
VI.2.1 preparaten voor toediening door verstuiving voor de behandeling van mucoviscoïdosis. A-15
VI.2.2 preparaten voor toediening door verstuiving of voor parenterale toediening behalve als het gaat om de behandeling van mucovis-coïdosis. B-101
VI.2.3 preparaten voor orale toediening voor de behandeling van mucoviscidose A-111
VI.3 Respiratoire analeptica die tot de volgende groepen behoren:
VI.3.1 geneesmiddelen, specifiek bestemd voor de behandeling van obstructieve chronische bronchopneumopathieën. B-102
VI.3.2 preparaten voor parenterale toediening. C-13
VI.4 Topische geneesmiddelen, gebruikt bij rhinitis, die tot de volgende groepen behoren:
VI.4.1 corticosteroïden in aërosol-doseertoestel. B-103
VI.4.2 inhibitoren van het vrijkomen van de mediatoren ter hoogte van de mastcellen. B-104
VI.4.3 Corticosteroïden in aërosol-doseertoestel Cx-14
VI.4.4 Corticosteroïden in aërosol-doseertoestel C-38
VI.5 De surfactanten, bestemd voor de behandeling van het infant respiratory distress syndrome. A-44
VI.6 Orale geneesmiddelen gebruikt bij de behandeling van chronische bronchitis:
VI.6.1 synergisme van het glutathionsysteem. C-27
VI.7 De zuurstof. A-60
VI.8 Behandeling van de respiratoire benauwdheid in neonatalogie A-74
VI.10 Behandeling van de respiratoire benauwdheid in neonatalogie Fb-14