XX DIAGNOSTICA
XX.1 Geïodeerde contrastmiddelen die tot de volgende groepen behoren:
XX.1.1 ionische monomeren. B-176
XX.1.2 ionische dimeren. B-177
XX.1.3 niet ionische contrastmiddelen. B-178
XX.2 Paramagnetische contrastmiddelen voor de beeldvorming door magnetische resonantie. B-179
XX.3 Diagnose-agentia die sommige hormonale stelsels of fysiologische functies stimuleren. B-180
XX.4 De radioisotopen.
XX.4.1 De radio-isotopen die therapeutisch worden aangewend. A-37
XX.4.2 De radioisotopen die diagnostisch in vivo worden aangewend. B-205
XX.4.3 De radioisotopen die therapeutisch worden aangewend Fa-4
XX.5 Geneesmiddelen voor de diagnose van coronaire aandoeningen. B-251
XX.6 Contrastmiddel voor echografie voor diagnostisch gebruik. B-274
XX.7 Contrastmiddel voor de diagnose van blaastumoren. B-298