Plaatsen van een intra-arteriële katheter gevolgd door een continue invasieve monitoring van de arteriële bloeddruk, met uitzondering van plaatsing op de dag van een anesthesie, de dag van een heelkundige of verloskundige interventie, de dag van een interventionele radiologische verstrekking of de dag van een invasieve diagnostische of interventionele cardiologische verstrekking